Hoofdmenu 06-05-2024 

PRATTENBURG

Wandelafstand : 7,8 km
Weer: Overwegend zonnig.  11,4
º
Aantal deelnemers: 12
Hopman: Willem

TER NAGEDACHTENIS
AAN DE VERZETSSTRIJDERS
DIE IN DE
TWEEDE WERELDOORLOG
OM HET LEVEN
ZIJN GEBRACHT
EN
VAN WIE
"DE GRAVEN"
NOOIT
ZIJN GEVONDEN.

Beide
monumenten
komen
we tegen
op
onze
vertrouwde
route
op
Prattenburg.
Meestal
lopen
we
er zo
aan
voorbij.
Vandaag
staan
we er
even bij stil.

Als
we dan
verder wandelen
en
onze gedachten
wegglijden
naar het verleden
rijst
de onvermijdelijke vraag
naar het waarom.

We vragen ons af
of
het antwoord
misschien
besloten
ligt
in de stilte.

Ik zelf
herinner
me nog
de
avond
van
4 mei 1971.
Het
was
in
mijn diensttijd.
Met onze
compagnie
vond
de
dodenherdenking
plaats
op de
Leusderheide
bij
Amersfoort.
Het
was
een mooie
zonnige
lente avond.
We
stonden
tegen
de bosrand.
Indringend
maar
tegelijkertijd
sereen
was
het geluid
van een merel
gedurende
die
twee minuten
van verder
 doodse
stilte.

Het was
misschien
wel de
eerste keer
dat ik
een beetje
 besefte
wat
echte vrijheid
zou
kunnen
zijn.

Vrijheid
die
we
soms
terug vinden
in de muziek
maar
vooral
ingebed
is
in de stilte
 zoals dat
zo mooi omschreven is
in
onderstaand gedicht.

"De grootste openbaring is de stilte" Lao-Tse.

Stilte

Men moet de dingen
De eigen, stille, ongestoorde ontwikkeling laten,
die diep van binnen komt,
en door niets gedrongen
of versneld worden kan;
het komt neer op verdragen –
en dan
   baren …

Rijpen zoals de boom, die haar sappen niet stuwt
en vol vertrouwen in de storm
van de lente staat,
zonder angst,
dat er daarna geen zomer
komen kan.
Hij komt toch!

Maar hij komt alleen tot de geduldigen,
die er zijn,
alsof de eeuwigheid voor hen lag,
zo zorgeloos stil en wijds …

Men moet geduld hebben,
met het onopgeloste in het hart
en proberen, de vragen zelf lief te hebben,
als kamers die gesloten zijn,
en als boeken, die in een zeer vreemde taal
geschreven zijn.

Het gaat erom, alles ‘te leven’.
Als men die vragen leeft,
leeft men misschien geleidelijk aan,
zonder het te merken,
ooit op een dag,
in het antwoord naar binnen.

                                Rainer Maria Rilke



  Terug    -  Vooruit